Lunetten,
Utrecht. 10:11.
Tijd om tompouces
in te slaan. Vandaag ga ik op pad met mijn Amerikaanse vriendinnen die nog
nooit ‘Kday’ hebben meegemaakt. Maar ‘thampoozen’, die kennen ze wel. “They’re like my favorite Dutch treat”.
In de welbekende
supermarkt schik ik me een hoedje. Alles wat los en vast zit draagt oranje. Ik,
in het zwart gekleed, steek er echt tegen af. En ik vind het prima. Zelfs een
teckel draagt een hoedje met de Nederlandse vlag erop. Kindjes rennen door de
winkel met oranje shirts aan en boa’s om. Helemaal in hun element. Schattig
allemaal. Maar eenmaal bij de kassa aangekomen puilen mijn ogen uit. Een vrouw
in haar midlifecrisis draagt een flubber oranje t-shrt, een die haar niet siert
– om maar niet in detail te hoeven treden. Mevrouw, bespaar me de
plaatsvervangende schaamte, denk ik. Alsof het nodig is per se iets oranjes te
dragen, ook al is het je pyjama shirt. Ze moeten toch niet denken dat je niets
oranjes in huis hebt?! Op hoog tempo loop ik geschrokken de winkel uit. En dit
is nog maar het begin van de dagmerrie.
’s Middags
arriveren wij in de binnenstad van Utrecht. Op de vrijmarkt. Het is een drukte
van ja welste. De verkopers zijn haast niet meer te onderscheiden van hun
kopers. Op de hoek van de straat zie ik een lief klein hondje op een
verkooptafel zitten. Ik strek mijn arm uit en doe bijna een poging hem te
aaien. Totdat het bord ‘Hondje aaien: 50 cent’ in mijn ooghoek verschijnt.
Afzetters.
Even verderop
staan twee studenten met een grote stapel oranje shirts op straat. “10 euro per shirt, meid!” “Sorry veel te
duur,” overdrijf ik en loop door. “Maar als je er twee koopt kost het slechts
20 euro!” schreeuwt hij me zelfverzekerd na. Het duurt even voordat ik de
studentengein begrijp.
Het volgende kraampje
maakt mijn dag. Het kartonnen bord op de grond zegt: ‘Te koop: kleding van mijn
ex’. Met als onderschrift: ‘Ik accepteer ook koekjes’. Zeer geestig. Hopen dat
mevrouw net toevallig hier rondloopt en haar kleding straks opeist.
Na anderhalf uur
door de binnenstad slenteren heb ik het wel weer gezien. Dit wordt mij net even
te Nederlands.