Sunday, June 8, 2014

Koningsdag 2014

Lunetten, Utrecht. 10:11.

Tijd om tompouces in te slaan. Vandaag ga ik op pad met mijn Amerikaanse vriendinnen die nog nooit ‘Kday’ hebben meegemaakt. Maar ‘thampoozen’, die kennen ze wel.  “They’re like my favorite Dutch treat”.

In de welbekende supermarkt schik ik me een hoedje. Alles wat los en vast zit draagt oranje. Ik, in het zwart gekleed, steek er echt tegen af. En ik vind het prima. Zelfs een teckel draagt een hoedje met de Nederlandse vlag erop. Kindjes rennen door de winkel met oranje shirts aan en boa’s om. Helemaal in hun element. Schattig allemaal. Maar eenmaal bij de kassa aangekomen puilen mijn ogen uit. Een vrouw in haar midlifecrisis draagt een flubber oranje t-shrt, een die haar niet siert – om maar niet in detail te hoeven treden. Mevrouw, bespaar me de plaatsvervangende schaamte, denk ik. Alsof het nodig is per se iets oranjes te dragen, ook al is het je pyjama shirt. Ze moeten toch niet denken dat je niets oranjes in huis hebt?! Op hoog tempo loop ik geschrokken de winkel uit. En dit is nog maar het begin van de dagmerrie.

’s Middags arriveren wij in de binnenstad van Utrecht. Op de vrijmarkt. Het is een drukte van ja welste. De verkopers zijn haast niet meer te onderscheiden van hun kopers. Op de hoek van de straat zie ik een lief klein hondje op een verkooptafel zitten. Ik strek mijn arm uit en doe bijna een poging hem te aaien. Totdat het bord ‘Hondje aaien: 50 cent’ in mijn ooghoek verschijnt. Afzetters.

Even verderop staan twee studenten met een grote stapel oranje shirts op straat.  “10 euro per shirt, meid!” “Sorry veel te duur,” overdrijf ik en loop door. “Maar als je er twee koopt kost het slechts 20 euro!” schreeuwt hij me zelfverzekerd na. Het duurt even voordat ik de studentengein begrijp.

Het volgende kraampje maakt mijn dag. Het kartonnen bord op de grond zegt: ‘Te koop: kleding van mijn ex’. Met als onderschrift: ‘Ik accepteer ook koekjes’. Zeer geestig. Hopen dat mevrouw net toevallig hier rondloopt en haar kleding straks opeist.


Na anderhalf uur door de binnenstad slenteren heb ik het wel weer gezien. Dit wordt mij net even te Nederlands.